woensdag 1 oktober 2008

Karzai zoekt hulp in Saudi-Arabië en Pakistan voor onderhandelingen met Taliban

De Afghaanse president Hamid Karzai heeft dinsdag gezegd dat hij afgezanten naar Pakistan en Saudi-Arabië heeft gestuurd om hulp te zoeken bij het aanknopen van onderhandelingen met de Taliban.

Karzai zei dat hij al twee jaar lang hulp vraagt aan de Saudische Koninklijke familie om de Taliban ertoe te bewegen vredesbesprekingen te beginnen.

De president deelde dit mee tijdens een toespraak die het hield voor het presidentieel paleis in Kabul naar aanleiding van het Fitr-feest waarmee de vastenmaand Ramadan wordt afgesloten.

Hij zei dat er de afgelopen twee jaar brieven naar de Saudische koning werden gestuurd om hem als een leider van de Islamitische wereld te vragen om te helpen bij het brengen van veiligheid, vrede en verzoening in Afghanistan.

Koning Abdoellah bin Abdoel Aziz al-Saoed heeft veel aanzien. Hij wordt wel beschouwd als de “hoeder” van de heilige islamitische steden Mekka en Medina.

Maar een groepering als Al-Qaida beschuldigt hem ervan niet goed zorg te dragen voor deze plaatsen en wil bovendien dat de buitenlandse troepen die in Saudi-Arabië zijn gestationeerd daar verdwijnen.

Karzai zei zelfs: “Door ons wordt hij beschouwd als de leider van de Islamitische wereld.”

Karzai zei verder dat er tot nu toe nog gen resultaten waren geboekt en dat er nog geen onderhandelingen zijn begonnen met Saudi-Arabië als bemiddelaar. Maar hij sprak de hoop uit dat er spoedig besprekingen zullen komen.

Hij roept al geruime tijd de leiders van de opstandelingen, zoals Mullah Omar van de Taliban en Gulbuddin Hekmatyar van de Hezb-e Islami, op om plaats te nemen aan de onderhandelingstafel.

Mullah Omar
In een eigen boodschap ter gelegenheid van de Eid al-Fitr, of het Suikerfeest, beschuldigde Mullah Omar de Afghaanse veiligheidsdiensten ervan dat ze bestaan uit een bende dieven, smokkelaars en criminelen, zo meldde de Associated Press.

Volgens Mullah Omar zijn de “buitenlandse troepen de dieven van onze cultuur, ons geloof en onze natuurlijke bodemschatten, op dezelfde manier zoals het leger en de politie het geld, de waardigheid en de eer van de bevolking stelen”.

Keiharde woorden dus van Mullah Omar aan het adres van de Afghaanse overheid en de buitenlandse legermachten in Afghanistan.

Vorig jaar al bood Karzai opstandelingenleiders zelfs een plaats aan in zijn regering als ze het geweld af zouden zweren.

Krijgsheer Hekmatyar en Mullah Omar stelden echter als voorwaarde aan besprekingen het vertrek van de buitenlandse troepen uit hun land. Omar wil ook dat er een onafhankelijke islamitische regering komt in het land.

Karzai gaf aan dat deze eis voor hem onbespreekbaar is. Hij wordt door tegenstanders beschouwd als een marionet van de Verenigde Staten en leunt voor zijn macht op de aanwezigheid van de buitenlandse soldaten in zijn land.

Volgens de Verenigde Naties, de EU en verslaggevers beleeft Afghanistan momenteel de meest gewelddadige periode sinds het bewind van de Taliban eind 2001 af werd gezet door een Amerikaanse invasie in het land.

Volgens een telling van het persbureau Associated Press zijn er dit jaar al meer dan 4.500 mensen om het leven gekomen door geweld in Afghanistan dat al 30 jaar wordt geteisterd door oorlog en burgeroorlog.